zaterdag 5 november 2011

эскизы

Adler-Krasnodar

En uiteindelijk kwam de splinternieuwe pat uit Moskou per post aan in Adler, met zicht op Abchazia. Ik kon de rijpe Mandarijnen zien aan de andere kant van de grens. Gelukkig als een kind vlamde ik langs de zee terug naar Sochi om in de Koerortskaja straat mijn fiets te laten maken. Onze fietsmaker had er van de avond ervoor, een kater aan over gehouden, maar sleutelde rustig mijn pat op het kader en de fantastische uitvinding dat luistert naar de naam "derailleur"! (in het russisch: skoro). De ketting van rammelde nog wat onrustig door de straten van Sochi, maar zette mij terug opweg naar Adler, en Abchazië! Toch de droom duurde maar even tussen de oude lada's en camions bij schemer, tot bij de eerste knik omhoog opzoek naar het gepaste verzet. Dat beschermengeltje van weleer, was deze reis echt niet mee, en de nieuwe pat, waar ik meer dan een week had opgewacht plooide richting het wiel. Terug in Koerortskaje straat probeerden we met een hamer, de sikkels waren allang versmolten tot veel te grote grimmige vierwielers, het nog te rechten. Tevergeefs zette ik met mijn singlespeed terug koers richting Adler, waar Valer en Tanja al lang zouden zitten wachten met het avondmaal. Ik had er een volle week mogen verblijven en dit zou ons laatste (feest)maal worden voor mijn blijde intrede met mijn nieuwe fier pat richting het lang verwachtte Abhazia. Net buiten Sochi op de drukke weg langs de kust, kwam een politieagent uit zijn jeep aangelopen, die zich afvroeg wat ik aan het doen was. Ja, meneer de politieagent, ik ben aan het plassen. Waarop hij replikeerde dat daar een prijskaartje aan vast ging, alsof mijn plassen deze paradijselijke plek met asfalt, uitlaatgassen en achtergelaten vodkaflessen, meer bevuilde dan wat dan ook. En vooral dat ik mij op Dé Federale Weg bevond en dat uitgerekend vandaag President Medvedev in de stad was en wat Hij hier van wel zou moeten denken, wanneer ik hier zo maar sta langs de kant van de weg, Zijn Rijk bepiste. Ik legde hen uit, want de tweede jongere politieagent was er nu ook komen bijstaan, welk ongeluk ik had met mijn fiets en dat mijn gastheer op mij aan het wachten was te Adler en ik mij wat aan het haasten was. Op het betonnen muurtje waar mijn fietst tegen leunde werd mijn baggage open gegooid alsook de inhoud van mijn portefeuille. Zij roken mijn Euro-briefjes die nu zomaar op het muurtje kamen te wapperen liggen in de zeewind, er werd een boete van 50 lappen voor gesteld, die ik zelfs niet eens bij me had. Straf Straf, waarop ik met Kwitantie Kwitantie op antwoorde. De jongste probeerde uiteindelijk nog 10 euro uit de brand te slepen, maar zijn oudere collega porrde hem richting jeep, en weg waren ze op hun heilige federale weg in hun nog heiligere corrupte rijk op weg naar hun volgende slachtoffer. Ik was enigszins blij dat ik er mij zonder geld had vanaf gemaakt, en reed terug verder richting Adler. In de winkel, vlakbij Tanja en Valers'appartement, merkte ik dat niet genoeg bij me te had op mijn blikje sap en reep chocolade te betalen. De euro's waren er nog, maar ik mankeerde een briefje 500 en een briefje 1000 roebels, dat samen zo een kleine 40 € is. Veilig terug binnen antwoordde Valer met Russia! Russia! op mijn verhaal. Met nog een picnic van gesmeerde boterhammen toegestopt, ging ik de volgende ochtend richting Abchazia, voor mijn nog luttele tijd van een goeie week, dat mijn Russische visum gelde. Ik wist dat ik met mijn singlespeed geen grote Abchazische bergen zou verzetten, maar de mandarijnen, waren in de laatste week van oktober klaar om geplukt te worden. Ik zou er de Turkse Cemre ontmoetten die na de diaspora samen met andere verdreven Turkse volkeren ten tijde van de Sovjet-unie terug was gekeerd naar Abhazia. Ik had niet alleen een singlespeed daar aan de grens met het welbesproken "gevaarlijk gebied" volgens vele Russen, maar ook een single entry visa, waardoor ik niet meer terug Rusland zou binnen kunnen als ik mij op Abchazische grond zou begeven. Doelloos, van mijn verlangen om dat onbekend gebied beroofd, begaf ik mij, de rug gekeerd, landinwaarts, waar volgens de kaart een kleine lus te fietsen viel, parallel met de grens. Het was een aardig rustige weg vergeleken met drukke kustweg, die alsmaar méér aardig rustiger werd, tot ik op een controle post stootte. Ik werd doorgeseind, en al de landen en streken die in mijn pasport stonden werden doorgegeven. Ik werd gefotografeerd door de aanrijdende grenswachter en zonder slag af stoot met mijn fiets en al achter in de laadbak van de legerjeep, terug op de grote weg afgezet. Bij het bord "Documents only" dat ik dus ongeacht was voorbij gereden, werd nog even stil gestaan. Ik zou me te dicht bij de grens met Abchazia hebben gebracht en was daar niet gewenst, vandaar de deportatie terug naar die grote weg waar ik me tussen de gevaarlijke chauffeurs opweg kon zetten, richting Krasnodar, waar ik over een week mijn terugvlucht had. Exodus Russia! Thuis waren we nog niet... In het Primorskaja hotel te Sochi, waar ik al enkele nachten had verbleven, werd me gevraagd waar ik de dagen tussen mijn (geregistreed) verblijf aldaar en nu: 24 oktober, 18 uur 27 minuten wel had vertoefd. Ik moest mij namelijk geregistreed hebben. Ik vroeg hen hoe je dit wel zou doen als je elke dag onder weg bent, en dat ik voor de derde keer in Rusland was zonder mij ooit ergens te hebben geregistreed, bovendien zonder daar ooit over op de vingers te zijn getikt geweest. (wijselijk zweeg ik over de ettelijke wijzende vingers door de politie in de Noord-Kaukasus rond de Elbroes op mijn reis van 2009) Exodus Russia! De meisjes aan de balie begrepen enigzins mijn opmerking, maar moesten toch wachten na enkele telefoontjes op goedkeuring van bovenaf vooral ik de sleutel kreeg van een kamer. Exodus Russia! Tussen de vriezenachten in mijn tentje sloeg ik me op de laatste dagen van oktober een weg door herfstig Rusland. Exodus Russia! Vasil was de enige die me nog een warm bed schonk én nog een paar ouderwetse lederen schoenen erbovenop, die net een tikkeltje te groot waren, maar die mijn entree in Belgie enigzins stijlvol zouden maken. Russia! Via de damborden hoofdstad van Adigea bereikte ik Krasnodar als laatste statie van deze reis. En de stad, zag er ineens heel anders uit, dan toen ik vertrokken was. In het spoor van Zenja en Dimas' wiel reden we samen naar de Krasni Partizani-straat waar ze woonden. Ze verwenden er mij met heerlijke vissoep, Congac uit Dagestan en al hun liefde tegen de singelspeedfietser uit den Belgiek. HAPPY END RUSSIA! En met opgegeven hoofd kon ik met de ijzeren vogel terug naar mijn geliefde Vlaanderen, maar niet zonder de vriendelijke Oezbeekse gastarbeiders bij de luchthaven vergeten te vermelden, die me oostwaarts wenkten.
Happy end met Dima en Zenja
Zenja met Fietskeukenkoersklakske
Vissoep Krasni Partizan
1 november op het kerkhof van Krasnodar
De hotelkamer "PI" te Maikop
Moskee te Maikop, de hoofdstad van Republiek Adigea
Koe met gewei
Ochtend in Dagestani
Galina absor
Herfstdecor
Door het bos richting Dagestani
Ochtend aan de rand van Neftegorsk
Een toast op mijn nieuw paar schoenen met Vasili in Koerinskaja
Papillon
Landinwaarts voorbij Tyapse
Georgievskoje by cloud
Armeense fruitverkopers langs de weg.
Tanja en Valer voor mijn vertrek naar Abchazia...
nabij de fietsenmaker in Sochi

woensdag 19 oktober 2011

De overkant

Mandrijnen uit Abchazie op de markt te Adler

ADLER

Echt hondeweer, mijn lief, al dagen lang, eigenlijk zo lang ik hier reeds wacht op mijn pat uit Moskou op de grens met Abchazie. Maar ik heb niet te klagen. Ik wordt hier op het appartement, zeven hoog, ongelooflijk warmontvangen door Tatjana en Valer, Valeko in het Georgisch. Want ja, ik mag hier een gezonde mix proeven van Rusland, Oekraine en Georgie. Toch hoop ik morgen echt het stuk te kunnen ontvangen om verder te kunnen over de grens. Ook al is het nog geen weer om te fietsen geweest, ik verlang er enorm naar, zeker omdat men beter weer verwacht, en ik al bijna een week mijn rennershart niet heb kunnen luchten...Davaij!!
thuis bij Tanja en Valer
Sochi Build build build...
De eerste Abchazische mens op mijn weg - Andre, bouwvakker was dolenthousiast toen ik vertelde van Belgie te zijn. "Ooh Standard Moj Brat Paigral tam mnogo god nazad" Zijn oudere broer zou nog bij Standard hebben gespeeld, jaren terug.
Jethro Tull - Locomotive Breathe (Abchaz Remix)
Zwarte zeestorm
Fietszadels uit de steentijd - Historisch Museum Adler
Postkaarten richting den Belgiek

эскизы Адлер

schetsen uit Adler

zaterdag 15 oktober 2011

Ozidanie pjetoech v Sochi...

Wachten op de pat in Sochi... Of eerder Adler. Door toedoen van mijn goede vriend Vladimir, wordt ik bij de ouders van Natella, een vriendin van Zenja, Vladimirs'vrouw, in Adler ontvangen. Dit het laatste stadje aan de Zwarte zee voor Abchazie. Ik ben genoodzaakt tot donderdag te wachten voor de nieuwe pat van Moskou tot hier geraakt. De wonderen zijn de wereld nog niet uit, op mijn singelspeed naar Adler!

woensdag 12 oktober 2011

Van Krasnodar tot Sochi

Via Istanboel ben ik dan vanuit Bergamo, na mijn Ronde van Lombardije-tocht, tot Krasnodar gevlogen, opweg naar Abchazie. Abchazie werd in 1931 door een ongelukkige samenloop van politieke omstandigheden onder de toenmalige Sovjetunie van Jozef Stalin bij Georgie gevoegd. Ook al had dit stuk bergland in de noordoostelijke hoek van de Zwarte zee historisch wel een band met Georgische koninkrijk uit de middeleeuwen ,er leefden toen des tijds hoofdzakelijk abchazen. Dit Noord-kaukasische volk is verwant aan de Turken. De volksverhuizing die hun afstammelingen vanuit Mongolie eeuwen geleden maakten tot Turkije, via ondermeer Oezbekistan, Balkarie en Adigea, maakt dat men in deze gebieden een taal spreekt die verwant is aan het Turks. Toen in 1931 Abcazie onder de Georgische deelrepubliek van de Sovjetunie kwam, werden vele Georgiers uit Mingrelie aangemoedigd zich in Abchazie te vestigen. Zo ontstond er een mix van deze 2 volkeren in dit gebied. Het einde van de Sovjetunie betekende ook het einde van deze multiculturele samenleving omdat in het begin van de jaren 90 een bloedig conflict uitgevochten, waarbij Georgie het onderspit moest delven omdat Abchazie van Russische militaire steun kon genieten. Tot op heden erkent de internationale gemeenschap de onafhakelijkheid van de republiek Abchazie niet, en valt het onder de Russische invloedsfeer, waarbij ze in het krijt staan. Dit subtropisch bergland aan de Zwarte zee met Soehoemi als hoofdstad, is noch Georgie, noch Rusland, maar gedoemd een speelbal te blijven op zoek naar zijn eigen indentiteit in de 21ste eeuw.
Krasnodar-Adami_etappe 1 Midden in de nacht werd ik samen met een fiets in een kartonnen doos met het vliegtuig gedropt in Krasnodar. Na mijn fiets in de luchthaven terug in elkaar te hebben gesleuteld was het in de vroege ochtend een lange tocht tot de ochtendgloren, om een hotel te onderscheiden tussen de kitcherige neonreclames, car-washplaatsen, goktempels en nachtclubs. Het werd uiteindelijk hotel "Looza" annex carwash inclusief de flikkerende fluoneons. Het regende pijpestelen over het eigenaardige stadsplan zonder een echt centrum. Eerder een langgerekt iets, met gebouwen en grommende auto's, vooral dat. Gelukkig klaarde het de volgende dag op om rond het meer van Krasnodar zuidwaarts naar Adigea te fietsen. Republiek Adigea onderscheidt zich van de Russische federatie door zijn Moslimbevolking die ook een aan het Turks verwante taal spreekt. Na een tocht langs het meer en zijn omliggende velden en kolchozen ben ik die avond in Adami beland. Een dorp met een zogeheten dries waar de schapen op grazen en waar enkel een nieuwe moskee op staat. Ik werd er al heel gemakkelijk ontvangen door een man, die mij zijn slaapplaats toonde. Hij woonde bij een familielid, in een bijgebouw, vertelde hij. Algauw werd duidelijk dat de man zich te pletter zoop, maar hij was best aardig dus ik zag er geen graten in. Tot dat zijn nicht, die in het huis woonde aankwam, en vroeg wat ik hier kwam zoeken, Aslan de huid vol schelde en mij de laan in stuurde. Bij valavond ging ik opzoek in het dorp met zijn kleine huizen en stoffige wegen naar een nieuwe slaapplaats zonder resultaat, tot dat het nichtje samen met haar vriend in een oude Lada kwamen aanrijden, om mij toch te ontvangen. Ze was politieagente en wou mijn pas overschrijven al zag ik gauw dat ze maar wat cijfers en codes uit mijn pas haalde zonder echt goed te weten de welke de juiste waren. Met Aslan en de zoon van de vrouw ging het er gemoedelijker aan toe en ze leerden me enkele echt moeilijk uit te spreken Adigaische woorden, terwijl de man nog meer zelfgestookte wijn naar binnnen goot, een echte praktiserende moslim was hij niet. Ik had daar al meer van weg, niet omdat ik enkel de alcohol wijselijk afwimpelde, maar eerder omdat mijn baard van een goede maand zich al lichtelijk tot Mekka begon te richten. Ik kreeg een scheermes en een stuk zeep. Met een frisgeschoren baard konden we aan het maal van kip met een pikante pepersaus, brood en thee beginnen. Nadien werd het peertje uitgedraaid om mij in het andere vertrek van het kleine bijgebouw het bed te tonen. Voor dageraad stond ik al samen met Aslan op de dries, die mij nog om 100 roebel vroeg, dit komt ongeveer overeen met onze oude Belgische franken, om een fles vodka te kopen. Ik beloonde hem op zijn eerlijkheid, iedereen maakt het voor zich uit. Ik vatte mijn tocht aan bij zonsopgang via de kleinste baantjes door bos en veld, zoals ik het graag heb.
Adami-Tverskaja_etappe 2 En nu was ik goed opweg naar de voet van de heuvels die nadien in bergen zouden veranderden. Het bospad dat een schooljuf met haar kroost tijdens een herfstwandeling mij met een kort antwoord afraadde, werd volbracht. Op het einde moedigden de houthakkers met hun oude volgeladen Kamaz mij aan om langs deze afgelegen weg stof te vreten om Novegryikke te bereiken. Daar moest ik dan voor de eerste maal mijn paard verzorgen lees:wassen in een bruine poel met ganzen bij het dorp met zijn houten huizen aan de rand van het bos, dat langzaam werd leeggeroofd. Bij schemer en een stort zou ik nog tot Tverskaja rijden die dag. Een man bracht me door het dorp, dat wel aardig op een klein stadje bij het spoor leek, opweg naar zijn huis, dat dacht ik toch. In een gemeentelijke depot verwelkomden mij enkele verzopen vrouwen, die ik liever niet had. Ze hadden er blijkbaar een klein feestje op na gehouden op hun bureau, depot achtige bouwwerf, met de nodige vodka. Het bord van Militsija (politie) dat aan het gebouw prijkte deden ook hen naar mijn paspoort vragen. Blijkbaar is er in Rusland, dat had ik op mijn vorige Russische reizen ook al ondervonden, veel aandacht aan het paspoort van de gast besteed. Nadien mocht ik, al was het nog niet duidelijk waarheen. Een boos telefoontje van Sergeis'vrouw met de vraag waar hij bleef, werd bruusk beantwoord door de andere vrouw, zijn collega, die nadien heel lief naar me keek en haar stoel dichter schoof. Ik nam het bord met roze worst dat ze mij had aangeprijkt en plaatste het tactisch op de tafel, kwestie van een grens te stellen. Ik was blij, buiten terug opweg te zijn met Sergej, nu echt richting zijn huis. Zijn vrouw met donkere brilmontuur in nachtjapon met een slanke vrouwensigaret in de deurpost en de kippen rond het oude huis, maakten er een mooie prent van, maar dit was niet bepaald een verwelkoming. Ik mocht slapen in de kamer, en Sergej viel beneveld van de drank als een blok in slaap in de zetel, de vrouw duwde hem op zijn kant. Met de ochtendzon klaarde gelukkig de sfeer wat op en kreeg ik nog een bord kolensoep in de rommelige zomerkeuken tussen de jonge ganzen op karton en kleine katjes. Ik kreeg nog een heerlijke pot zelfgemaakte ratatouille toegestopt, die ik die dag wel zou kunnen smaken.
Tverskaja-Tsjernikovskoje_etappe 3 Gelukkig keerde de stemming van mijn gastheren en vrouwen de volgende dagen, en had ik een fijne ontmoeting opweg naar Jabanskaja. Aan het uiterste einde van het dorp Neftegorsk, een naam die flink naar benzine rook, maar eerder op de rivier sloeg, ontmoette ik Sergej, die samen met zijn vrouw en 3 kindjes vanuit het verre Omsk verhuisde naar hier. Hij was tuinarchitect en toonde fier zijn net uitgekomen boek. Ik hield er direkt enkele adressen in Omsk en Altai op na voor mijn volgende tocht volgend jaar naar Vladivostok. We waren nu midden de beboste heuvels beland met de eerste besneeuwde bergtop in het vizier. Aan de rand van de rivier, lachte een man smalend om mijn plan richting Abchazie. Wat ga je daar doen, mandarijnen eten misschien? Vele Russen raadden mij ofwel af of maken mij op de gevaren attent, maar als ik hen vraag als ze er zelf zijn geweest, is het antwoord meestal neen. Typisch, van horen zeggen, natuurlijk blijven cowboy-verhalen het langst hangen, dit was vanuit Griekenland,Albanie binnenreizen niet anders. Die man in gestreept zeemansonderhemdje wees mij een plaatsje bij de rivier, maar dit is eerder een gebaar van gastvrijheid afwijzen, en dus ging ik verder opzoek. Ik zou er gezellig in de zomerkeuken ontvangen worden van een Armeense familie, die 10 jaar terug naar hier waren verhuisd. Robert, met zo een typische lederen pet, was tevreden met zijn loon dat hij hier in de bouw verdiende, zeker in vergelijking met Noord-Armenie, waar ze vandaan kwamen. In de vroege ochtend, het was zondag, zou ik een soort houthakkers diesellocomotief nemen, omdat er niet echt een weg liep naar de verderop liggende dorpen. Spijtig genoeg reed de locomotief niet op zondagen en zette ik mijn tocht met een ommetje verder over oplopende grindwegen. Ik stopte hem nog een pakje sigaretten en een stuk zeep in de handen om zo Robert en zijn familie te bedanken voor de gastvrijheid.
Tsjernikovskoje-Atdaleni_etappe 4 Daar het zondag was, gingen velen ook richting de waterval op de berg, die dag. Ook de weg zelf stortte zich zoals het water te pletter, of liever liep dood in de afgrond, weggezakt, waardoor ik de mooie waterval met mijn voeten bereikte. langsheen een andere bergpad moest ik de volgende dag zien de bergrug over te komen naar de overkant, richting de Zwarte zee, die zich nu nog heimelijk verborgen hield. Zo kwam ik in Atdaleni, het dorpje waar het houthakkerstreinspoor dood liep in de bergen. Het was al donker als ik door Sergej naar Sasja'huis werd gezonden, een jonge gast die er met zijn dof gestel en rimpelig vel wel al oud uit zag voor zijn leeftijd. Ik kon er slapen in de veel te warme zelfde duistere kamer bij de houtstoof en een niet bepaald aantrekkelijke vrij macho-militaristisch TV-programma in het oude kleine huis en buiten de bergen. Sasja woonde 's winters in Apsaronsk, maar werkte de rest van het jaar hier als schrijnwerker. In de ochtend kreeg ik een plannetje in mijn schetsboek getekend dat er bijlange nog niet zo hachelijk dan het werkelijk zou worden die dag.
Atdaleni-niet nader te bepalen plaats (bos)_etappe 5 De kaart die ik bij had melde geen weg tussen Atdaleni en Marinoe, aan de andere kant van de berg. En het plannetje dat ik die ochtend van Sergej kreeg was al gauw tot een goed einde gebracht, of toch tot waar het plan liep. Tot daar was het pad slecht maar berijdbaar voor de camions die hout haalden, maar toen ik bij de laatste afslag van op het plannetje had genomen, begon ik goed en wel te beseffen waar ik aan begonnen was. Een echt wel steil rotsig pad leidde me naar de eerste top. Op de holle weg zonder uitkomst duwde ik met man en macht mijn geladen paard kilometers naar boven. Het gegrom van een motorvoertuig kwam dichtbij. Vanuit het jeep zagen de 2 mannen hoe ik met moeite mijn fiets vooruit kreeg op een heel steil stuk. Anticiperen, gasten. Maar dat stond blijkbaar niet in hun woordenboek. Met een sputterende motor kwam ze tot vlak bij me al vloekend tot stilstand. Ik wenste die ene seconde dat ze met hun speelgoedtuig en al terug naar beneden zouden rollen. Ik kan niet vliegen he gasten. Had hen graag mijn fiets gegeven, dan waar ze al lang aan moeders'keukenschort gaan hangen, en beginnen huilen als een kind. Op een iets breder deel van de weg stakken ze de grote kinderen mij blijkbaar verveeld voorbij. Ergens bij de top was er een wegblokkade van een bataljon koeien, en de vriendelijke boer even verderop wees me de weg. Waar die mens woonde blijft me een raadsel, de slecht weg door het bos duurde eeuwig en het werd donker nog voor dit een uitkomst bood. Modder, slijk en steenslag waren de plaats tussen de grote kastanjebomen om mij voor te bewegen met mijn stalen paard. Aangezien dit niet echt het plan was, hier in het donkere bos te overnachten, was mijn avondmaal van kastanjes, het voor-, hoofd- en nagerecht, kwestie van het laatste stuk brood en de walnoten, die een dag eerder had gekregen te houden voor het ontbijt. Deze energie zou ik wel kunnen gebruiken om hier de volgende dag toch min of meer menselijk uit te komen. Mijn Italiaans wielertijdschrift dat ik in Bergamo luchthaven had gekocht moest er die avond aan geloven. Een groot vuur werd gemaakt om de wilde beesten op enige afstand te houden. Toch is dit eerder, als remedie, tegen de akelige gedachte, als kleine mens in het grote donkere bos in de nacht achter te blijven en toch enigszins te zien, waar die gedachten naar toe dwalen...
niet nader te bepalen plaats (bos)-Tchagalsch_etappe 6 De volgende ochtend zette ik het pad door het bos verder opzoek naar de mensenwereld. Ik had vanuit het laatste dorp, slechts een 40 tal kilometer op de teller, maar dit was in zulke omstandigheden, dat het iets weg had van Lombardije, met de vallende bladeren althans, Roubaix, maar dan met kasseistrokens van minstens 8 sterren en dit als in een vooroorlogse editie, waarbij mijn dus nog zelf de fiets dient op te lappen. En zo geschiedde. De boetedoening. mijn pat, het deel dat een versnelling aan het kader houdt brak af, na de zoveelste brugloze oversteek door de grillige rivier. Gelukkig waren we al flink opgeschoten en kwam ik een robuuste terreinwagen van Gazprom tegen die mij wist te vertellen dat ik binnen een kilometer of 5, en nog een hoeveelheid rivieroversteken in het kwadraat, waar ze niet van spraken, de asfaltweg en het bijhorende dorp Marinoe zou bereiken. Ze vroegen om mijn licensie, omdat mij hier op hun terrein van gasbuizen had begeven en hoe ik hier in godsnaam was geraakt. Zijn kaartje in mikka met foto, stempel en al, dat er wel officieel uitzag en de andere gast in soldatenpak maakten weinig indruk. Ik dacht reeds aan het einde van deze wildernis. En het was een heerlijke verwelkoming uit het bos met een buiten-restaurant, waar de saslik nog nooit zo heerlijk smaakte, en ik voor even mijn kettingprobleem kon vergeten. Met een gevulde buik en al mijn technische kennis bijeengeraapt heb ik er maar een singlespeed van gemaakt, want blijkbaar is dat hier ook in, in Rusland... Om toch enigzins een goede entree te maken aan de Zwarte zee, die nu wel aardig dicht bij kwam. Maar zo'n hip ding in de Kaukasus is toch niet echt aan te raden, ik zwoegde mij te pletter op een veel te groot mes, dat mijn benen afsneed, en de gas en zwarte rook, allen op weg naar de kust, deden mij meermaals vloeken, tegen die bakken op vierwielen, die mij hier geen meter te veel hunnen. Er rijden hier veel auto's uit Engeland rond die het stuur rechts hebben, waarmee ze nog beter kunnen inschatten hoe dicht ze tegen mij aanrijden als fietser, en dit ook doen...
Tchagalsch-Sochi_etappe 7 Totnogtoe hadden de weergoden mij gunstig gestemd, maar hoe dichter ik bij de zee kwam, hoe meer het er naar uitzag dat het niet lang meer zou duren. Vanuit Tchagalsch, waar ik een leuke plek bij de rivier genoot, om na het bosavontuur op adem te komen, ben ik tussen regenbuien en verkeer door, tot Sochi gereden met mijn singlespeed. Sochi organiseert in 2014 de olympische winterspelen en het is hier dan ook een ware bouwwerfwoede aan de hang om de wereld te tonen welke megalomane bouwprojecten de Rus meester is, en dit ten koste van erfgoed en mensen.