vrijdag 1 november 2013

Je suis le ruïnist.



Een ruïnist is volgens de Franse woordenboek iemand die ruïnes in beeld brengt, tekenend of fotograferend. Het creëren van een destructie op papier. De ruïne bestaat slechts op papier. Ruïnes bestaan niet. Ze zijn enkel datgene wat ze vroeger waren, een huis, een hotel of een station. Hoe het nu met Abchazië verder moet? Misschien moet Poetin maar een Suchum 2018 bedenken en er enkele billioenen in investeren. Al zou ik hem wel willen vragen er dan ook rekening mee te houden om fietspaden aan te leggen, en niet enkel zoals in Sochi, de blitse autoweg met reuzegrote fietswielen te overspannen als decoratie, terwijl ze  daar de tweewielers zo van de baan rijden. Want in dat eeuwige zomerland, Abchazië, is het heerlijk fietsen. Mijnheer de president, slaap zacht.

Sourati

 Institute of science te Suchum
 Warmwaterbron voorbij Gudauti
 Voetgangersbrug te lande
 Perenlimonadelandschap
 Trouwfeest te Dzjgarda
 Obstakel richting Amtkal
Meer te Amtkal

De ronde van West-Abchazië



Hier vanuit Krasnodar op het appartment van Zenja met merkbaar minder tropische temperaturen, ligt Abchazië nu defintief achter me. De laatste fietsende kilometers van deze tour brachten me doorheen het stof van de olympische bouwwerf in Sochi. Zowaar bleef er geen enkel kledingstuk over om me woensdag, enigszins bussinesman-waardig, want zo vertelt mijn Russisch visum toch, naar de Belgische nationale luchthaven te brengen. Dus hangt alles hier in het herfstige ochtendgrijs op het balkon te drogen, en zit ik hier met andere plunje aan uit Zenjas kleerkast, een t-shirt met Warhols'opschrift, I never read just look at pictures. Zo is het dus ook met de filmrolletjes en schetsbook vergaan en is er nauwelijks tekst aan te pas gekomen, buiten enkele handgeschreven cyrillische kattebelletjes zoals “Goedemorgen Ilija, Ik ben naar het parlementsgebouw, ben snel terug. Koen”.
In de Abchazisce literatuur verscheen de eerste publicatie in drukvorm pas in 1937, in het Georgisch alfabet. Onder de Sovjet-tijd drong er zich een sterke russificatie op. Er wordt onder hen, tot op vandaag, veel meer Russisch gesproken, en hun alfabet met een kleine 40 lettertekens, is ook op het cyrillisch gebaseerd. Hun eigen gesproken taal met typische keelklanken vertoont enige verwantschap met het Georgisch. In het straatbeeld verdween met de oorlog 1992-1993 elk geschreven Georgisch woord. Op de gevels van de verlaten treinstations verraadt een vermolmde plank of een deel stukgeslagen gevel wat ooit geschreven stond. Hun zogeheten twintigjarige vrede, aaiaira in hun moedertaal, vertaald in de reuzenbilboards met militaristische overwinningstaferelen, komt eerder als een pijnlijke kreet over. En met namen van presidenten als Amkwab en Arsba, krijgen ze hun onafhankelijkheidsverhaal ook moeilijk verkocht aan de wereld. Temeer omdat hun bilboards af en toe levende verschijningen worden in de vorm van tanks en ander rijdende monsters op het wegdek. Dit is ook de plek waar ze tegen elkaar op, in al dan niet dronken toestand en met of zonder nummerplaat, uittesten hoe hard het kan gaan over dit streepje asfalt langs de kust. Het beste begreep ik dit toen ik ter hoogte van de meest Westelijke stad, Gagra, een bergbaantje was ingereden, en niets vermoedend, een col van 35 kilometer voor die wielen kreeg geschoven. Boven op de col was alles zo maagdelijk schoon, eeuwige sneeuwtoppen en een zwarte zee met daartussenin dalen die zich zo zonder enig vermoeden met heerlijke wolken lieten vullen. Zonder mij naar de hemel te richten speelde dit zich voor mij af, en had het gevoel dit vanuit een vliegtuig te zien. Een ongelooflijk stukje natuur, waar de Abchazen je telkens met fierheid over aanspreken dat dit hen toebehoort. En natuurlijk hou ik van dit stukje land, als antwoord op hun meest gestelde vraag. Maar toen dat streepje asfalt daar beneden bij de zee met zijn vreselijke puinhoop van ruines en andere vuiligheid, zich zo betekenisloos maakte tegenover zijn grootse natuur, wat betekent Abchazie dan wel? Shto takoe Abchazia? Op zijn Russisch. Het antwoord hangt af van de taal waarin het is geschreven.

Choedoznik

 27 graden te Amdzjikchoeja
 Mandarijnen voor export
 Oorlogsschip bij Novorossisk
Daytime gangsters te Sochi

donderdag 17 oktober 2013

FREE MANDARINES

Dat lijkt wel een fantastisch offer, maar hier in Abchazia, zijn er zoveel verlaten Georgische huizen met bijhorende fruitgaarden, dat ze zomaar voor het plukken zijn. Ik kan het moeilijk over mijn hart krijgen, en koop ze liever. Daar er een overvloed is aan zoveel exotische vruchten, zijn de prijzen heel laag. Alsook de huizen die na oorlog leeg achterbleven zijn onder de Abchazen en Russen verdeeld, als overwinningstrofees. Het overgrote deel, staat na 20 jaar nog steeds weg te kwijnen, en de tuinen tieren weelderig.

Choedoznik

 Tkoeartsjal Toeristik
 Ontwerp voor een kippenhok Dzgarda
 verlaten Georgisch huis Marchaoel
 Gagra
 Soechoemi postale
Vochtplek als landkaart Tsjabal

De Ronde van Oost-Abchazia

Het vat met mandarijnenvocht, en meestal ook wel iets sterker dan dat, is hier vanuit de hoofdstad van Abchazia, Sukhumi halfvol of halfleeg, te zien van welke kant het je bekijkt. De titel van hoofdstad, is met zijn vijftigduizend inwoners dan ook wel een groot woord. Het land zelf  is dan ook maar even groot als Vlaanderen, en is met zijn iddylisch kustlijn en bergachtig achterland, met een subtropisch klimaat erbovenop, een paradijs op aarde. Niet voor niets had
Verlaten rad
den alle Sovjetleiders indertijd hier hun Datsja of buitenverblijf, temidden persimon-, guave-, en mandarijnengaarden. Voor het volk was dit het vakantieoord bij uitstek, overal zijn er dan ook hotels en santorium gebouwd. In die tijd maakte deze regio deel uit van de Georgische sovjet-republiek. Na twee weken fietsen door dit prachtige landschap met enkel zon en 25 graden en dit voor oktober, kom ik hier in het huis van Ilija en zijn ouders, die vanuit Moskou naar hier verhuisden, even op adem. Op mijn weg zag ik een land met halfvolle of halflege huizen, afhankelijk van welke kant je het bekijkt, De Abchaziche of de Georgische kant. Twintig jaar terug zijn alle veertig duizend Georgiers uit Abchazia verjaagd. Die na-oorlogse beklemmende stilte kan je overal horen. Er is geen plek in Abchazie, zonder de wonden van de oorlog te zien. En dan vragen ze je, wat je van hun land vind, je hebt hier toch naar je zin. Wij, de Abchazen zijn toch een goed volk. En ik kan uiteraard niet omheen hun grenzeloze gastvrijheid. Hoe ik hier telkens weer ontvangen word met de beste dingen, lees: samochanka (wat zelfgestookt betekent). En dit in Georgia niet anders was. Alleen heeft de na-oorlogse situatie van Abchazia, een land gemaakt waar de auto's met hun verduistere ramen grimmiger en harder rijden, dan in eender welk ander oord. Je moet wel heel hard van fietsen houden om dit land op deze manier te verkennen. Maar ik ben wel blij dat ik na, mijn doorweekte entree, een kleine 2 weken terug, alleen maar stralend weer heb gehad, en dit in combinatie met zijn rottende puinen, nog onwerkelijker overkomt. De eerste dagen was het echt wel wennen, om in een decor rond te fietsen, alsof in een oorlogsfilm. Het is nu al meer als een te laat gearriveerde, door de zon, vergeelde postkaart, uit een onbestemd paradijs, maar dan met een blinkende postzegels van een dikke Gummer erop. Helaas hebben de Abchazen geen post, alsook geen eigen munt en hangen ze grotendeels af van hun Russische bondgenoot. Abchazia lijkt op die manier wel een enclave van Rusland te zijn, temeer, het Olympische dorp van de winterspelen in Sochi, in het verste zuiden van Rusland, vlakbij de grens is gebouwd. De Russen konden geen sarcastisere plek uit kiezen voor hun project met prestige en uitstraling naar de wereld. Al zullen ze hun regie wel goed in handen houden, om de Abchazische ruines, uit beeld te houden.